Vietnam is de 3de grootste kleding exporteur van de wereld en kent zo’n 2.5 miljoen textielarbeiders. De Vietnamese textielindustrie wordt elk jaar groter en door de groeiende vaardigheden van arbeiders gaat de productiviteit omhoog en wordt de kwaliteit beter. Deze industrie zal mogelijk heel snel de tweede positie van de textielexport in de wereld innemen.
Daartegenover staat wel dat textielarbeiders in Vietnam lange dagen maken, zes dagen per week. 80 procent van de arbeiders is vrouw en de lonen zijn zodanig laag dat de arbeidsrechten worden geschonden. Ook worden kinderen uit arme regio’s onder valse voorwaarden naar grote steden gelokt om daar in kledingfabrieken te werken. Mensenhandelaars beloven een baantje als winkelmedewerker met een bijbehorend salaris. Maar deze belofte eindigt in gedwongen arbeid in een textielfabriek waar de kinderen niet voor betaald krijgen. De kinderen werken 12 uur per dag en slapen onder hun naaimachine.
Filter op:
23 april 2020
Herdenken van Rana Plaza-slachtoffers – strijd voor arbeidsrechten in tijden van COVID19 zet zich voort
Op 24 april is het zeven jaar geleden dat ten minste 1.134 kledingarbeiders omkwamen bij de instorting van de Rana Plaza-fabriek in Dhaka, Bangladesh. Op…