Nieuw onderzoek wijst uit: ook kledingarbeidsters in Polen en Tsjechië die werken voor luxemerken Hugo Boss en Calvin Klein verdienen een hongerloon.
Ook ‘Made in EU’ is geen garantie voor eerlijke kleding. Hoewel het label anders doet vermoeden, verdienen kledingarbeiders binnen de grenzen van Europa net als hun collega’s in Bangladesh, India en Cambodja te weinig om van te leven.

Onderzoek in Polen en Tsjechië
Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Clean Clothes Campaign over de arbeidsomstandigheden in de Poolse en Tsjechische kledingindustrie. Conclusie: kledingarbeidsters in de Europese Unie verdienen hongerlonen, werken gedwongen overuren en krijgen hier soms niet eens voor betaald. De kledingindustrie in Polen en Tsjechië probeert zich te onderscheiden met de claim van hoge kwaliteit. De kledingfabrieken in de Centraal-Europese landen produceren daarom veel voor merken in het hoogsegment. Maar kledingarbeidsters die de luxemerken maken verdienen slechts het minimumloon, soms zelfs minder. Dit minimumloon was in Polen in 2015 € 312, in Tsjechië € 390 per maand.

Minimumloon maar fractie van leefbaar loon
Arbeiders die kleding maken voor o.a. Hugo Boss en Calvin Klein vertelden Clean Clothes Campaign dat ze drie keer zoveel zouden moeten verdienen om de eindjes normaal aan elkaar te kunnen knopen. Tegelijkertijd vertelden arbeiders dat ze het pas lukt om het minumumloon te verdienen als ze veel overwerken. Onbetaald overwerk is wettelijk verboden, en een leefbaar loon is een erkend mensenrecht. Maar een fractie van de megawinsten van kledingmerken komen terecht bij kledingarbeiders: “Was het een gebrek aan bestellingen? Nee! We zaten tot onze nek in het werk, zolang we maar werkten zonder vrije dagen, voor het laagste loon, overwerkten en ons stil hielden. Ons harde werk maakt iemand anders rijk”, vertelt een Poolse arbeidster.

Angstcultuur
Lenka Simerska, die het onderzoek in Tsjechië deed vertelt: “Zelfs na twintig jaar in de fabriek verdienen sommige vrouwen nog steeds alleen het minimumloon, en krijgen ze geen wettelijke vergoeding voor overuren.” De onderbetaling in de kledingindustrie heeft te maken met seksediscriminatie: de meeste kledingarbeiders zijn vrouwen. Daarnaast is er in het grootste deel van de fabrieken geen vakbond actief. Anna Paluszek, die het Poolse onderzoek deed vertelt: “kledingarbeidsters staan constant onder druk door de krappe levertijden die de merken eisen. Ze durven hun mond niet open te doen omdat ze bang zijn hun baan kwijt te raken”.

Kledingmerken zetten hun leveranciers onder druk om snel en goedkoop te leveren, met de dreiging om bestellingen terug te trekken. De lonen in de kledingindustrie zijn het laagst van de hele industriële sector, terwijl kleding een belangrijk aandeel heeft op het gebied van exportaandeel en werkgelegenheid: 70-90% van de kleding wordt geëxporteerd, de kledingindustrie biedt werk aan 110.000 mensen.

Het is hoog tijd dat kledingmerken en overheden zorgen voor een leefbaar loon voor kledingarbeiders. Kledingmerken moeten prijzen betalen die een leefbaar loon mogelijk maken, en overheden moeten de minimumlonen verhogen naar het minimumniveau: een leefbaar loon.

Lonen in euro

Polen

Tsjechië

Minimumloon

€ 312

€ 390

Gemiddelde loon van ondervraagde arbeiders, inclusief overuren:

€ 315

€ 417

60% van gemiddelde loon in het land

€ 401

€ 499

Leefbaar loon (op basis van schatting arbeiders)

€ 1.032

€ 980

Gerelateerd nieuws