Volgen ‘WE’, Zeeman, G-Star en andere Nederlandse merken??

Op 15 maart bestond het Bangladesh-veiligheidsakkoord precies acht jaar. De overeenkomst mag erg succesvol worden genoemd, want het zorgde voor veiliger fabrieken voor rond de twee miljoen kledingarbeiders in ongeveer 1600 fabrieken. Toch is er geen reden voor feest. Niet alleen zijn alle kledingarbeiders in productielanden keihard getroffen door covid-19 en de gevolgen daarvan, maar daarnaast staat het voortbestaan van dit effectieve akkoord op de tocht.

Op 31 mei verstrijkt de geldigheid van de huidige regeling. Als er dan geen nieuwe overeenkomst is afgesproken tussen de kledingmerken en detaillisten die het akkoord hebben ondertekend enerzijds en de internationale vakbondsfederaties anderszijds, dan houdt het veiligheidsakkoord op te bestaan.

De onenigheid richt zich met name op drie aspecten van de overeenkomst. De eerste is dat het juridisch afdwingbare bepalingen heeft. Dat betekent dat als kledingmerken zich niet aan de afspraken houden, zij uiteindelijk door een rechter kunnen worden gedwongen om dit toch te doen. Het tweede is dat er een onafhankelijk secretariaat toezicht houdt op de toepassing van de overeenkomst. Ten derde dat het akkoord wordt uitgebreid naar andere landen. Dat is belangrijk om ook in andere landen, zoals Pakistan, het ernstige probleem van onveilige kledingfabrieken aan te pakken.

Het is opvallend dat deze onenigheid juist nú plaatsvindt: op een moment dat er een duidelijke trend is om misstanden in internationale producktieketens aan te pakken door middel van wetgeving over maatschappelijk-verantwoord ondernemen (mvo), in de EU en in individuele lidstaten. Kledingmerken, vooral de ‘voorlopers’ op het gebied van mvo, geven aan gebaat te zijn bij dat soort wetgeving. Daarom is het opvallend dat de meeste merken die dit veiligheidsakkoord in 2013 ondertekenden, nu lijken terug te komen op de wettelijke verplichtingen in het Bangladesh-akkoord. Daarmee zouden zij van voorlopers weer achterhoede worden.

Drie weken geleden roemde een groep van meer dan 180 grote investeerders het akkoord als een zeer effectief en kritisch verantwoordingsmechanisme om de gezondheid en veiligheid van werknemers te waarborgen. In een verklaring stelde de groep: “Dit is niet het moment om dit beproefde model voor effectief supply-chain management op te geven.”

Van de aangesloten kledingmerken hebben alleen het Engelse merk ASOS en het Duitse Tchibo zich publiekelijk uitgesproken vóór verlenging van het akkoord op basis van de huidige bepalingen en mèt de mogelijkheid om uit te breiden naar andere landen.

Wij roepen Nederlandse merken die zijn aangesloten bij het Bangladesh-akkoord, zoals WE fashion, HEMA, G-Star, Zeeman en Pŕenatal op om zich publiekelijk uit te spreken vóór een nieuw veiligheidsakkoord dat juridisch afdwingbaar is, onder onafhankelijk toezicht staat en uitgebreid kan worden naar andere landen.

Vorige maand brachten de getuigen die het Bangladesh-akkoord hebben ondertekend het rapport “Unfinished Business” uit, waaruit blijkt dat ondanks aanzienlijke vooruitgang veel grote merken nog steeds levensbedreigende veiligheidsrisico’s moeten oplossen in de fabrieken van hun leveranciers.

 

Steun on ze actie en schrijf hier een kort bericht naar de merken!

 

#RanaPlazaNeverAgain

 

 

 

 

 

Gerelateerd nieuws