Acht jaar na de Rana-Plazaramp staat voortbestaan op de tocht

De kledingindustrie in Bangladesh kent een lange geschiedenis van ernstige fabrieksongevallen. Het veiligheidsakkoord dat er is overeengekomen na de Rana-Plazaramp in 2013 bracht verandering en heeft de kleding-productiesector in het land veel veiliger gemaakt. Volgens het huidige akkoord kan naleving van de afspraken juridisch worden afgedwongen, maar het verloopt op 31 mei. Over de vraag van een eventuele verlenging, en in welke vorm, zijn al maandenlang onderhandelingen gaande. Om voortgang te kunnen blijven boeken moeten bedrijven zich nu openlijk uitspreken voor een voortzetting van de overeenkomst in een nieuw internationaal en juridisch-bindend akkoord.

 

 

Heel veel kleding wordt gemaakt in Bangladesh. In het verleden was een groot deel van de fabrieken hier levensgevaarlijk vanwege brand- of instortingsgevaar. Een dag die de geschiedenis in ging is 24 april 2013, toen het Rana-Plaza-fabrieksgebouw instortte. Meer dan 1100 kledingarbeiders vonden de dood en meer dan tweeduizend mensen raakten gewond. Er moest iets veranderen. Na deze ramp sloten zo’n tweehonderd kledingmerken met vakbonden het ’Accord on Fire and Building Safety in Bangladesh’ (Akkoord over Brand- en Constructie-veiligheid in Bangladesh” of kortweg ‘Bangladesh-akkoord’)

 

● Wettelijk bindende overeenkomst tussen merken en vakbonden
● Onafhankelijke veiligheidsinspecties en saneringsprogramma
● Betrokkenheid van kledingmerken om te garanderen dat de voldoen en financieel haalbaar zijn
● Openbaarmaking van inspectierapporten en corrigerende maatregelen en actieplannen
● Veiligheidscommissies en -training voor de arbeiders
● Klachtenmechanisme voor veiligheid en gezondheid
● Bescherming van het recht om onveilig werk te weigeren
● Niet-conforme fabrieken: risico op beëindiging bestellingen van alle Accord-merken
● Voortdurende bevordering van het recht om fabrieksvakbonden op te richten, ook om de veiligheid te bevorderen

 

De overeenkomst bleek een succes: sinds zijn inwerkingtreding is er veel vooruitgang geboekt voor de veiligheid van kledingarbeiders in Bangladesh. Zo zijn er onder het programma ruim 38.000 veiligheidsinspecties uitgevoerd en waar nodig correcties doorgevoerd. De sleutel tot deze vooruitgang is het bindende karakter van het akkoord en de sancties die kunnen volgen wanneer merken en fabrieken de afspraken niet nakomen. Ook worden de belangen van kledingarbeiders goed vertegenwoordigd: vakbonden zijn voor 50% vertegenwoordigd in de verschillende lagen van de structuren die het akkoord uitvoeren en zij kunnen bedrijven ter verantwoording roepen.

 

Juist vanwege de opmerkelijke resultaten die het akkoord in Bangladesh heeft geboekt zijn SKC en anderen er voor om de overeenkomst te verlengen, en ook uit te breiden naar andere kledingproductielanden.

De deelnemende kledingmerken hebben zich tot op heden nog niet gecommitteerd om ook ná mei de bindende afspraken in stand te houden. Sommige bedrijven, waaronder ook Nederlandse kledingmerken, hebben laten weten liever voort te willen gaan met een akkoord zonder bindende afspraken, en hun activiteiten met betrekking tot veiligheid te willen beperken tot Bangladesh.

Vakbonden en andere arbeidsrechten-organisaties – waaronder SKC – maken zich hierover grote zorgen. Het model waarop het Bangladesh-akkoord is gebaseerd heeft zich effectief bewezen en zou als voorbeeld moeten dienen voor andere landen.

Om de voorwaarden in dat akkoord nu te verzwakken zal eerder het omgekeerde bewerkstelligen van wat nodig is: geboekte vooruitgang zal worden teruggedraaid en de veiligheid van kledingarbeiders komt op het spel te staan.

#RanaPlazaNeverAgain

#ProtectProgress

Zie ook een eerdere update over onze open brief aan de kledingmerken hierover.

Meer info op deze Engelstalige website!

Gerelateerd nieuws