Arbeiders hebben nog weinig baat bij het kledingconvenant
Vandaag publiceert het Convenant Duurzame Kleding en Textiel een eerste jaarrapportage. Het merendeel van de aangesloten bedrijven weet niet welke risico’s spelen in hun keten en heeft geen plan van aanpak om misstanden op te lossen. Het is nog steeds onduidelijk waar merken precies hun kleding laten maken en welke concrete oplossingen zij aandragen. Onder het convenant vallen 2802 fabrieken. Tot nu toe zijn er slechts zes misstanden gemeld, en het is onduidelijk of deze problemen zijn opgelost. Schone Kleren Campagne en SOMO concluderen dat van substantiële verbeteringen voor kledingarbeiders nog lang geen sprake is.
Het doel van het convenant is om misstanden – zoals levensgevaarlijke werkomstandigheden, kinderarbeid, moderne slavernij – aan te pakken en te voorkomen. Dat is broodnodig omdat dit soort erbarmelijke omstandigheden en milieuschade in de gehele kledingketen aan de orde van de dag zijn. Aangesloten bedrijven moeten risico’s op misstanden in kaart brengen en middels actieplannen duidelijk maken hoe zij deze risico’s gaan aanpakken. Vandaag publiceert de SER de resultaten.
Tachtig procent weet niet welke misstanden plaatsvinden
Uit een zelfevaluatie van bedrijven blijk dat slechts 17% de risico’s in de eigen keten voldoende heeft onderzocht bij aanvang van het convenant. Slecht 18% van de bedrijven heeft hiervoor een plan van aanpak, oftewel een eigen methode om de problemen die zich voordoen in hun keten aan te pakken. Kortom, deze 0-meting maakt duidelijk dat ruim 80 procent van de kledingmerken aangesloten bij het textielconvenant niet weet welke misstanden plaatsvinden in hun fabrieken en geen plan heeft om die misstanden aan te pakken. Bedroevend weinig. Via een jaarlijks plan van aanpak moeten bedrijven deze cijfers omhoog krijgen, meer inzicht krijgen in hun keten en methodes ontwikkeling om problemen op te lossen. 58 van de 65 bedrijven heeft zo’n jaarlijks plan van aanpak aangeleverd bij het secretariaat van het convenant.
Zes misstanden gemeld, één probleem opgelost
In totaal vallen 2802 fabrieken onder het convenant. Over deze fabrieken zijn zes misstanden gemeld bij het convenantsecretariaat. Het is onduidelijk of en hoe deze misstanden zijn opgelost. Geen enkele melding kwam van een arbeider. Dat lijkt positief maar het uitblijven van klachten betekent niet dat er geen problemen zijn. Vooralsnog is informatie over het klachtenmechanisme alleen in het Nederlands en Engels beschikbaar. “Informatie over de klachtenlijn zou in de lokale taal en in elke fabriek beschikbaar moeten zijn. Een vertrouwenspersoon in het productieland moet deze klacht in behandeling nemen. Het is onrealistisch om te denken dat kledingarbeiders zelf naar het secretariaat van het convenant gaan bellen, stelt Tara Scally, woordvoerder Schone Kleren Campagne “Het Bangladesh Veiligheidsakkoord heeft duizenden problemen geconstateerd en opgelost. Dat akkoord richt zich op één land en één arbeidsstandaard. Hoe kan een convenant dat meer landen en meer MVO aspecten beslaat nu mínder problemen tegenkomen?”
Gebrek aan transparantie
Schone Kleren Campagne en SOMO zijn van meet af aan kritisch1 geweest op het gebrek aan transparantie van het convenant. Deze rapportage geeft wederom geen informatie over hoe het secretariaat van het convenant de risicoanalyses en verbeterplannen heeft beoordeeld. Van onafhankelijke beoordeling of verificatie door kledingarbeiders of arbeidsrechtenorganisatie is al helemaal geen sprake. Welke risico’s zijn vastgesteld, wat bedrijven als prioriteiten zien, wat de verbeterplannen inhouden – de rapportage vermeldt het niet. Zelfs niet op ‘geaggregeerd niveau’. Tara Scally: “Op basis van deze publicatie weet de consument nog steeds niet welke kledingmerken welke plannen hebben om de omstandigheden in hun fabrieken te verbeteren, hoewel het convenant de consument zegt te willen bedienen.”
Beloofd stappenplan naar een eerlijk loon
Begin dit jaar beloofde de toenmalige minister van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, Lilliane Ploumen om samen met bedrijven tot een stappenplan naar leefbaar loon te komen. Dit beloofde zij naar aanleiding van een onderzoek door Schone Kleren Campagne en de Landelijke India Werkgroep. In deze jaarrapportage is geen stappenplan opgenomen om lonen van arbeiders te verhogen. Woordvoerder Tara Scally: “Vorige week bracht Schone Kleren Campagne een publicatie2 uit waaruit blijkt dat veel arbeiders in Oost-Europa onder de armoedegrens leeft. Het onderzoek in India toonde dat arbeiders minder dan het wettelijk minimumloon ontvingen. Zelfs voor de 80% van de bedrijven die geen idee heeft wat de risico’s zijn in hun keten, moet inmiddels toch wel duidelijk zijn dat hogere lonen dringend nodig zijn.”
Regio specifieke aanpak Europa, Myanmar, Bangladesh
In de jaarrapportage staat aangegeven in welke landen bedrijven kleding laten produceren maar niet welke merken daar actief zijn en wat hun specifieke aanpak is in die landen. In de top tien van productielanden staan Roemenië en Polen, die voorkomen in de recente publicatie ‘De Mythe van Made in Europe’. De SKC-publicatie laat zien dat uitbuiting ook dicht bij huis plaatsvindt.
Ook Bangladesh staat in de top tien. Na het instorten van de fabriek Rana Plaza in Bangladesh is het Bangladesh Veiligheidsakkoord opgezet met het doel om het aantal fabrieksongelukken te verminderen en te voorkomen. Tara Scally: “Dit akkoord heeft duizenden problemen opgelost waarvan de voortgang online is in te zien. Zo’n bewezen effectief programma zou een verplichte eis moeten zijn binnen het convenant maar dat is het niet. Tot nu toe hebben nog te weinig merken op eigen initiatief getekend3.”Myanmar is een opkomend productieland. Lage lonen en voordelige handelsvoorwaarden lokken kledingproductie naar deze fragiele democratie. Uit onderzoek4 van SOMO blijkt dat er aanzienlijke risico’s zijn in dit land: van absurd lage lonen, tot gedwongen overuren tot kinderarbeid. De risico’s beperken zich niet tot de fabrieksvloer; zo kunnen fabrieksgebouwen in handen zijn van (ex-)militairen en kunnen fabrieken gebouwd zijn op grond die tijdens de militaire dictatuur van boeren is afgenomen zonder dat zij daar voor gecompenseerd zijn. Martje Theuws, onderzoeker SOMO: “Het is onduidelijk welke bij het convenant aangesloten bedrijven in Myanmar produceren en wat zij doen om deze risico’s aan te pakken”.
Wetgeving is nodig
Schone Kleren Campagne en SOMO zijn van mening dat de overheid wetgeving zou moeten ontwikkelen op het gebied van verplichte risicoanalyses (due diligence) en verplichte transparantie (publicatie productielocaties en openbaar due diligence rapportages). Dit zijn voorwaarden om tot verbetering te komen. Wetgeving zorgt ook voor een gelijk speelveld tussen de convenantdeelnemers (waarvan immers al stappen op dit gebied worden verwacht) en bedrijven die besluiten zich niet aan te sluiten. Morgen wordt er door de Eerste kamer gestemd over de Wet Zorgplicht Kinderarbeid. SOMO5 en Schone Kleren Campagne pleiten er voor dat het wetsvoorstel wordt aangenomen.