Moderne slavernij in India bij bekende kledingmerken als Benetton, C&A, GAP en H&M
De onderzochte fabrieken en hun afnemers
De drie fabrieken in het onderzoek behoren tot de grootste kledingfabrikanten in Bangalore. Samen hebben zij meer dan 4000 werknemers in dienst verspreid over verschillende eenheden in het land. Volgens exportgegevens zijn dit hun afnemers: Abercrombie & Fitch, Benetton, C&A, Calvin Klein en Tommy Hilfiger (beide PVH), Columbia Sportswear, Decathlon, Gap, H&M, Levi Strauss, Marks & Spencer. Deze merken hebben meestal een gedragscode die dwangarbeid, kinderarbeid en andere schendingen van arbeidsrechten verbiedt.
In reactie op het LIW-rapport Unfree and and Unfair van januari 2016 over de leef- en werkomstandigheden van migranten in Bangalore, reageerden C&A, GAP, H&M en PVH met enkele concrete toezeggingen. Hoewel er door hen onderzoek is gedaan naar de bevindingen van Unfree and Unfair en een bijeenkomst met leveranciers is geweest, moeten de meeste toezeggingen nog worden waargemaakt.
De reacties op het nieuwe rapport verschillen sterk. Abercrombie & Fitch reageerde helemaal niet. Andere merken zoals Benetton, Columbia, H&M en M&S gaven zeer korte reacties, terwijl Decathlon, Gap, Levi en PVH in meer detail reageerden. In tegenstelling tot C&A, H&M, PVH en Inditex, herkennen merken zoals Benneton en Levi het probleem niet.
Arbeidsmigranten in Bangalore: kwetsbaarheid en misbruik
Uma – haar naam is om veiligheidsredenen veranderd – was een van de werknemers die geïnterviewd werd tijdens een nieuw onderzoek naar de werk- en leefomstandigheden van migrantenwerknemers in drie kledingfabrieken in Bangalore. Officiële statistieken over migranten bestaan niet, maar vakbonden schatten dat er tussen de 15.000 en 70.000 migrantenvrouwen uit de noordelijke deelstaten in de kledingindustrie van Bangalore werken. Voordat ze naar de fabrieken afreizen worden ze opgeleid in vakopleidingscentra in Jharkhand of Odisha. Deze centra maken vaak deel uit van door de overheid gesponsorde regelingen die vallen onder het Skill India programma. Verbetering van vaardigheden is een van de pijlers van Make in India, het belangrijkste initiatief van premier Modi om werkgelegenheid te creëren en economische groei te stimuleren.
Ronselaars staan erom bekend dat ze hun ‘klanten’ niet informeren over hun wettelijke rechten. Ze beloven salarissen variërend van ongeveer €65 tot €105 en andere voordelen zoals gratis accommodatie en eten. Maar bij aankomst in de fabrieken blijken deze beloften vaak onjuist. Migranten verdienen minder dan hun werd verteld, omdat ze moeten betalen voor huisvesting en voedsel. Arbeidsmigranten wonen in hostels met krappe kamers. Ze mogen niet op doordeweekse avonden naar buiten. Alleen op zondag mogen ze twee tot drie uur weg uit het hostel. Veel werknemers zien er jong genoeg uit om vijftien of zestien jaar te zijn, hoewel ze beweren achttien of ouder te zijn.
Veel migrantenwerknemers vertellen dat ze door managers worden uitgescholden in de lokale taal van Bangalore die ze niet spreken, en dat ze constant worden aangespoord om sneller te werken. Dit werd bevestigd door lokale werknemers, die opmerkten dat toezichthouders migranten slecht behandelen en hen beledigen met vulgaire woorden. Volgens hen huilen migrantenmeisjes vaak wanneer dit gebeurt.
Het rapport Labour Without Liberty – Female Migrant Workers in Bangalore’s Garment Industry is hier te downloaden