SKC en SOMO: gebrek aan urgentie in beantwoording Kamervragen over kritisch rapport kledingconvenant
Minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft antwoord gegeven op vragen die haar door Tweede Kamerleden van de ChristenUnie, Pvda en SP zijn gesteld n.a.v. een onderzoeksrapport over het Nederlandse Convenant Kleding en Textiel (CKT).
Het onderzoek van SKC en SOMO, gepubliceerd in juni, toont aan dat bedrijven die lid zijn van het CKT, onvoldoende scoren op het gebied van internationaal maatschappelijk-verantwoord ondernemen (imvo) en bij hun verslaglegging daarover. SKC en SOMO concludeerden dat CKT-bedrijven ondermaats presteren wat betreft het garanderen van een leefbaar loon in hun toeleveringsketens of het betrekken van lokale belanghebbenden, zoals fabrieksarbeiders en vakbonden. Verbeterplannen om dergelijke misstanden aan te pakken ontbreken volledig, of zijn onvoldoende concreet.
Naar aanleiding van dit rapport hebben de ChristenUnie, PvdA en SP in juli Kamervragen gesteld aan minister Kaag. In haar antwoorden op deze vragen zegt de minister onder meer dat communicatie van bedrijven over hun inspanningen versterkt dient te worden en dat de aanbevelingen van het SKC-SOMO-rapport meegenomen moeten worden in de beoordeling van CKT-bedrijven.
Ook benadrukt Kaag in haar reactie dat het introduceren van gepaste zorgvuldigheid (due diligence), inclusief het opstellen en publiceren van imvo-rapportages, een leerproces is. SKC en SOMO erkennen dat bewustwording en capaciteitsontwikkeling inzake imvo bij CKT-bedrijven een eerste onontbeerlijke stap is, maar na vier jaar lidmaatschap van het convenant mogen we van bedrijven verwachten zij daadwerkelijk concrete positieve veranderingen voor de arbeiders realiseren in hun internationale toeleveringsketens. Als het CKT haar doelstellingen volgend jaar wil behalen moeten er op de korte termijn flinke stappen worden gezet.
Meer urgentie
Substantiële verbetering voor kledingarbeiders (m/v) op het gebied van mensenrechten kan niet wachten. De covid19-crisis heeft de al zeer penibele situatie van arbeiders in de textiel- en kledingindustrie nog verder verzwakt: veel mensen verloren hun baan, zijn ontslagen of hebben hun loon niet uitbetaald gekregen. SKC en SOMO roepen op tot dringende actie. Verscheidene actoren hebben hier een eigen rol in te spelen:
De Nederlandse regering heeft onlangs het eigen imvo-beleid (waar het CKT onder valt) geëvalueerd en beraadt zich nu over de te nemen maatregelen. SKC en SOMO roepen minister Kaag op om het nodige te doen zodat er een einde komt aan mensenrechtenschendingen in de toeleveringsketens van Nederlandse bedrijven;
Het CKT moet strenger optreden tegen bedrijven die de CKT-standaarden en doelstellingen niet in de gegeven tijd waarmaken. Hiervoor zijn duidelijke afspraken nodig waar consequenties aan zijn verbonden.
De bij het CKT aangesloten bedrijven hebben een eigen individuele verantwoordelijkheid om imvo-ambities om te zetten in daden: leefbaar loon, vakbondsvrijheid, betekenisvolle dialoog en samenwerking met vakbonden en andere organisaties die voor de belangen van arbeiders opkomen.
Met de Tweede-Kamerverkiezingen van 2021 in aantocht roepen SKC en SOMO politieke partijen op om hun standpunt te bepalen over imvo en duidelijke taal hierover op te nemen in hun verkiezingsprogramma’s.